Er heerst argwaan ten opzichte van zzp’ers. Maar politici, die duurzame flexibele arbeidsmarkt moet er toch een keer komen, stelt Linde Gonggrijp (SER).

Onder de Haagse polderstolp wordt nog steeds geredeneerd in traditionele werkgevers/werknemersverhoudingen. Het lijkt alsof Nederland maar twee soorten mensen kent: werknemers met een baan, en werkgevers die mensen in dienst nemen. Zo blijft de realiteit op een fors deel van de arbeidsmarkt consequent buiten beeld. Want hoeveel mensen hébben nog een vaste baan? En hoe zal dat over tien jaar zijn?

De honderdduizenden zzp’ers kennen deze nieuwe realiteit al. Die horen en lezen met verbazing de verhalen in de media over de onderhandelingen in politiek Den Haag over de aanpassing van het pensioenstelsel, van de WW en het ontslagrecht. Deze verhalen gaan niet over hen. Zelfstandigen bouwen geen pensioen op en beroepen zich niet op werkloosheid- of ontslagrechten.

‘Zwakkelingen’
Zzp’ers maken hun eigen baan, ze verdienen zelf hun inkomen door hun kennis en vaardigheden aan te bieden. Maar als ze in beeld komen, worden ze neergezet als zwakkelingen, als mensen die niet zelf voor ondernemerschap gekozen hebben, maar tot schijnzelfstandigheid gedwongen zijn.

Zeker, werkgeversorganisaties zijn heus wel blij met zzp’ers: ze omarmen ze als de flexibele schil waar je verder niet in hoeft te investeren. En de vakbonden? Veel traditionele vakbonden zijn nog steeds behept met de neiging om zzp’ers onmiddellijk onder een cao te willen brengen.

Beide, werkgevers én vakbonden, zien de groei van het aantal zelfstandigen als een ondermijning van het reguliere systeem van arbeidsverhoudingen – waar zij juist hun positie aan ontlenen. En zolang de overheid de financiering van de sociale zekerheid via lasten op vaste arbeid laat lopen, vormt de groei van het aantal zelfstandigen een bedreiging voor het voortbestaan van dat systeem.

Minder ZZP’ers
Tien jaar geleden had nog 75 procent van de werkenden een vast contract, nu is dat nog maar 69 procent. Het stoppen van die ontwikkeling is dan ook de voornaamste drijfveer achter de reeks maatregelen die we nu zien: de pogingen om de zelfstandigenaftrek af te schaffen (waardoor het fiscaal weer minder aantrekkelijk wordt om als zelfstandige te werken). Of neem het zonder enige communicatie vooraf intrekken van VAR-verklaringen door de Belastingdienst, een document dat zzp’ers nodig hebben om voor opdrachtgevers te kunnen werken.

De tendens is duidelijk: men wil hoe dan ook de verdere groei van het aantal zzp’ers stoppen en sterker nog; het huidige aantal moet omlaag!

Er is in Nederland een opvallende argwaan over flexibele banen. Econoom Alfred Kleinknecht pleitte in een paginagroot interview (Economie, 6 november) voor meer vaste banen, zelfs voor de terugkeer van de ‘baan voor het leven’. Dat zal niet gebeuren.

Het is een misverstand te denken dat alleen vast werk goed werk kan zijn. Dat ontkent de keuze van honderdduizenden mensen die hun werk op een andere manier inrichten, op basis van vakmanschap en een eigen risicoprofiel, met individuele vrijheid en met zelfontplooiing.

Investeer in flexibiliteit
Iedereen die denkt dat de flexibilisering van de arbeidsmarkt tegen te houden is, houdt zichzelf en anderen voor de gek. De arbeidsmarkt in onze open economie kan niet worden dichtgeregeld met beschermingsconstructies voor vaste banen. Wat we wél kunnen doen is investeren in flexibiliteit.

Door al die mensen die flexibel werken meer mogelijkheden te geven om doelen te realiseren die nu alleen bereikbaar zijn met een vaste baan; denk aan pensioen en hypotheek.

Flexibiliteit moet juist het uitgangspunt zijn voor elk nieuw beleid voor de arbeidsmarkt. Hervorming van de arbeidsmarkt bereik je door te zorgen voor zo min mogelijk belemmeringen voor een overgang van de éne arbeidsverhouding naar de andere. Dat verkleint ook de kans op excessen, gedwongen ‘zelfstandigheid’ en andere schijnconstructies.

Ik zie de opkomst en de groei van het aantal zelfstandigen als een emancipatiebeweging van zelfbewuste mensen die gekozen hebben voor vrijheid en zelfstandigheid en tegen het werknemerschap, in plaats van als een maatschappelijke ontwikkeling die moet worden tegengegaan.

Wie de arbeidsmarkt wil hervormen moet juist investeren in deze groep. Je kunt ‘flex’ ook omarmen door de belofte uit het ‘herfstakkoord’ waar te maken om snel iets te doen aan het opzetten van een pensioenvoorziening voor zelfstandigen. Dan toont de politiek visie en wordt er een echte stap vooruit gezet naar een duurzame flexibele arbeidsmarkt.

Situatie onder ogen zien
Zelfbewuste zelfstandigen hebben recht op een eigen volwaardige plaats in de sociaal-economische ordening en recht op waardering voor de rol die ze spelen bij het soepel laten functioneren van onze arbeidsmarkt. Dertig jaar geleden moest de samenleving wennen aan het idee dat het tijdperk van de kostwinner die in zijn eentje het inkomen voor een gezin verdiende, was afgelopen. Destijds waren al onze sociale regelingen daar nog wel op gebaseerd, dus moest er het nodige worden aangepast.

Nu doemt eenzelfde vraagstuk op als het gaat om de vaste baan. Het wordt tijd om de werkelijke situatie op de arbeidsmarkt onder ogen te zien en te investeren in duurzame flexibiliteit.

Bron: Trouw

Terug naar overzicht