Mijn moeder is nu 80 (en nog steeds scherp), ze heeft vanaf haar 18e gewerkt en is geworden wat ze droomde, journalist. Toen ze op haar 18e vanuit Rotterdam vertrok om te gaan werken in Drenthe en een start te maken met haar carrière was dat een uitzondering. Opa was niet blij….maar ze ging toch! Ik ben dus opgevoed met een werkende moeder die gewoon deed wat ze wilde, nooit geweten dat er een verschil was tussen een werkende vrouw en een werkende man…, toen ik klein was. Inmiddels weet ik dat het vaak anders is. AT7T9 werving & selectie heeft bijvoorbeeld de afgelopen 7 jaar van alle professionals 30% vrouwen en 70% mannen aan een nieuwe werkgever geholpen. Niet bewust, maar wel de realiteit. Onderstaand artikel van nu.nl geeft een aantal interessante feiten weer. Ik ben benieuwd hoe jij over dit onderwerp denkt!
Verschillen tussen vrouwen en mannen op de werkvloer: het is een gevoelig onderwerp. Hoe staat het ervoor in 2019? Zijn er verschillen tussen mannen en vrouwen die duiden op ongelijkheid?
Veel vrouwen vinden van wel. Uit een internationaal onderzoek van Effectory blijkt dat vrouwen minder kansen en mogelijkheden ervaren om zich professioneel te ontwikkelen dan hun mannelijke collega’s. Grote verschillen, zoals onderstaande, zorgen ervoor dat dit gevoel van ongelijkheid in stand wordt gehouden.
1. Gemiddeld verdienen mannen meer dan vrouwen
Alhoewel het loonverschil tussen mannen en vrouwen gestaag afneemt, bestaat het nog steeds. De loonkloof tussen mannen en vrouwen is op het moment zelfs 17 procent, blijkt uit cijfers van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek).
Hier zijn een aantal verklaringen voor. Zo blijkt dat vrouwen vaker in sectoren werken waar het uurloon lager is, zoals de zorg en het onderwijs. Ook gaan zij vaker minder uur werken als er kinderen in het spel zijn. Daarnaast wordt gedacht dat vrouwen op de werkvloer eerder te maken hebben met discriminatie. Volgens het College voor de Rechten van de Mens zouden werkgevers vrouwen (onbewust) benadelen door ze te laag in te schalen of aansluiting te zoeken bij het laatstverdiende salaris. Omdat het oude salaris vaak ongelijkwaardig is, wordt de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in stand gehouden.
2. Vrouwen werken vaker parttime dan fulltime
Uit cijfers van het CBS blijkt dat de gemiddelde arbeidsduur per week 36 uur is voor mannen en 26 uur voor vrouwen. Het verschil ontstaat al in het begin van de loopbaan, als er nog geen kinderen zijn: 63 procent van de vrouwen en 30 procent van de mannen in de leeftijdsgroep 18-25 jaar werken dan parttime. Het verschil wordt groter als de leeftijd toeneemt. In de groep 31-35 jaar werkt 86 procent van de vrouwen en 13 procent van de mannen in deeltijd. Het krijgen van kinderen is dan de voornaamste redenen waarom vrouwen minder vaak gaan werken. Niet altijd op vrijwillige basis: een deel van de jonge vrouwen zou graag meer uren willen werken, maar ziet geen mogelijkheid.
3. Er zijn minder vrouwen met topfuncties
Veel functies worden nog altijd eerder door mannen ingevuld dan door vrouwen. Neem de top van het bedrijfsleven, bijvoorbeeld. In ons land wordt sinds 2017 een streefcijfer van 30 procent gehanteerd voor een evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen in topposities binnen organisaties. Om te onderzoeken of bedrijven dit streefcijfer halen, liet Minister van Engelshoven (OCW) dit jaar nog onderzoek doen naar de 200 grootste bedrijven in Nederland. De bedrijven werden gevraagd om hun jaarverslagen te delen en indien het streefcijfer niet gehaald is, uit te leggen waarom. Wat bleek? Slechts 13 bedrijven wisten het streefcijfer van 30 procent vrouwen in zowel de raad van bestuur als de raad van commissarissen te behalen. Onderaan de lijst bungelden 17 bedrijven die helemaal geen vrouwen hadden in een topfunctie. De redenen? “Allemaal in de categorie ‘slappe smoesjes'”, liet ze weten. “‘We selecteren de beste kandidaten voor de rol’ of ‘we selecteren op kwaliteit’, dat kan écht niet. Daarmee impliceer je: er zijn geen vrouwen met kwaliteiten.” Ze kan zich geen positie voorstellen waar geen vrouwen voor te vinden zijn. “We hebben een topvrouwendatabase, met 1500 board-ready vrouwen. Er zijn genoeg vrouwen die dus hun vinger opsteken”, aldus van Engelshoven.
Gelukkig is er ook goed nieuws: in een aantal beroepen wordt de man-vrouwverdeling gelijker en vermindert de loonkloof. Uit onderzoek van de Algemene Bestuursdienst blijkt bijvoorbeeld dat het aandeel topvrouwen bij de Rijksoverheid is gestegen van 31 procent in 2015 naar 34 procent eind 2017. Ook is het aandeel van vrouwelijke hoogleraren door de jaren heen gestegen. Eind 2017 was 20,9 procent van de hoogleraren aan Nederlandse universiteiten vrouw, concludeert het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH).
4. Mannen staan eerder open voor werk ver van huis
Uit cijfers van het UWV blijkt dat vrouwen werk zoeken binnen een straal van 28 kilometer vanaf huis, terwijl mannen gemiddeld 49 kilometer van huis zoeken. Het werk-zoekgebied van de vrouw is daardoor gemiddeld ruim 2300 vierkante kilometer, vergeleken met ruim 7300 vierkante kilometer voor mannen. Door werk dichtbij huis te zoeken leveren vrouwen vaak inkomen in, maar vooral jonge moeders met jonge kinderen krijgen er welzijn voor terug.
5. Mannen krijgen eerder promotie dan vrouwen
Vrouwen onderhandelen net zo vaak als mannen over hun salaris, maar verdienen toch minder. Een van de verklaringen hiervoor zou zijn dat vrouwen sneller afhaken tijdens een onderhandelingsgesprek. De reden? Vrouwen hebben tijdens een onderhandelingsgesprek te maken met gender-stereotype rolverwachtingen, blijkt uit een onderzoek van de Harvard-universiteit. Ze worden negatiever beoordeeld dan mannen als ze proberen te onderhandelen over hun salaris, omdat van vrouwen ‘aardigheid’ wordt verwacht en geen ‘veeleisendheid’. Vragen om meer loon zou duiden op veeleisendheid, waardoor vrouwen sneller afhaken dan mannen.
Zoek je ook een nieuwe werkgever? Ga naar onze vacatures.
Terug naar overzicht